De vermelding “VDI-richtlijn 2035” wordt vaak gebruikt op de wanden of in de technische specificaties van warmtepomp-, ketel-, leiding- of convectorsystemen. Wat is het precies?
VDI 2035: een norm voor waterkwaliteit in circuits
Convectoren, radiatoren, warmtepompen, ketels en pijpleidingen: al deze systemen gebruiken circuits die water gebruiken, vaak verwarmd, om goed te werken. Maar het vulwater van deze systemen moet worden behandeld. Moderne verwarmingsmechanismen gebruiken een mengsel van materialen, waaronder staal, aluminium, roestvrij staal of koper.
Deze verschillende materialen interageren met het vulwater, of meer precies met de ionen en deeltjes die het bevat of produceert onder invloed van warmte. Deze reactie veroorzaakt, indien niet gecontroleerd, corrosie of aanslag.
Deze afzettingen en corrosies veranderen de werking van het verwarmingssysteem. Richtlijn VDI 2035, opgesteld door de Duitse ingenieursvereniging, definieert de kwaliteit van het vulwater voor deze moderne verwarmingssystemen.
Een Europese standaardrichtlijn
VDI 2035 bevat technische aanbevelingen voor installateurs en fabrikanten van verwarmingssystemen. Deze indicaties omvatten de hardheid – of de concentratie kalksteen en zouten – en de potentiële waterstof (pH).
De in deze norm gespecificeerde waarden worden erkend en gerespecteerd door bijna alle fabrikanten van verwarmingscircuits en -systemen in Europa. Voor een installateur of een klant is het niet-naleven van deze waarden een uitsluiting van garantiegeval, als de verwarming defect raakt als gevolg van het vullen van het water.
VDI-richtlijn 2035 stelt de pH- en waterhardheidswaarden in een diagram dat gemakkelijk door alle professionals kan worden gelezen. De toegestane hardheid wordt uitgedrukt in ° dH. Het hangt af van de efficiëntie van de ketel, gemeten in kW en de volumes van specifieke installaties of after-sales service van het verwarmingssysteem.
Richtlijn 2035: Effecten op het verwarmingssysteem
In principe hebben de technische circuits van warm water in convectoren, radiatoren en ketels geen enkel mechanisme voor filtratie of demineralisatie. Meer en meer fabrikanten hebben het probleem onderzocht en stellen momenteel oplossingen voor om het vulwater snel te demineraliseren. Vaak is de installateur verantwoordelijk voor het leveren van een apparaat dat water kan leveren dat voldoet aan de vereisten van VDI-richtlijn 2035, blad 1 en 2.
Als u echter een nieuwe convector, CV-ketel of radiator moet installeren, zoekt u naar merken die systemen bieden met ingebouwde filtratie, demineralisatie en pH-regeling. Dit voorkomt de compatibiliteitsproblemen van de installaties en profiteert volledig van de fabrieksgarantie in geval van een probleem.